Sense-and-Respond-Processes

De basis van menig communicatiemodel is het klassieke zender-ontvangermodel van Shannon & Weaver (1948). Hierbij wordt de informatie van Persoon A als signaal verzonden en Persoon B ontvangt verschillende signalen, waaronder die van Persoon A. Deze signalen worden gecodeerd en opgeslagen in het korte termijngeheugen van beide personen. Na verloop van tijd worden de signalen opgeslagen in het lange-termijngeheugen, als individuele mentale schema’s of ‘databases’ in onze gedachten (internalisatie). Dit geheugenmodel hebben we echter achter ons gelaten, zoals besproken in de vorige paragraaf. Hoewel de termen ‘zender’ en ‘ontvanger’ nog steeds worden gebruikt in de neurologie, gebeurt er in sociale interacties iets anders.

Synchronisatie

Wanneer mensen met elkaar in contact komen hebben ze neiging elkaar te imiteren, of beter gezegd, te synchroniseren. Synchronisatie is het afstemmen van ritmes en gedragingen tussen individuen, wat de mogelijkheid biedt tot effectieve samenwerking en communicatie. Het komt tot stand door face-to-face ontmoetingen en is essentieel voor het creëren van een natuurlijke flow en verbinding in gesprekken. Synchronisatie is het wederzijds volgen en leiden van -en door individuen en dit gebeurt op verschillende gebieden zoals gedrag, hartslag en ademhaling, hormonale afgifte en zelfs hersen-golven.

Daarnaast is er het fenomeen van (brain-to-brain) entrainment, waarbij de ritmische neurale activiteit van luisteraars in synchronie gaat met het ritme van de spraak van de spreker. Dit is het ‘neuraal’ meenemen door de spreker.

Emotionele besmetting wil zeggen dat expressie en ervaring van gevoelens van de ‘lijder’ van een andere persoon automatisch dezelfde neurale representatie van die affectieve toestand in de waarnemer activeert [oproept], samen met autonome en lichamelijke reacties die daarmee verband houden. Dit wijst meer op het “neuraal meesleuren van het brein” van de ander, dan het zenden en ontvangen van emoties.

Synchronisatie, imitatie en besmetting, zijn aspecten van één en hetzelfde proces, en kunnen leiden tot resonantie (social rapport). Resonantie is de lijm dat individuen bindt en de groep een team maakt.

Resonantie

Synchronisatie is het basale niveau van het interactieproces. Hierbij heb ik de theorieën van G.H. Mead en R. Stacey in het achterhoofd. Mead stelde dat dieren niet alleen kunnen overleven op basis van concurrentie, maar ook moeten kunnen samenwerken. Samenwerking vraagt sociaal gedrag dus om communicatie tussen die dieren. Hij stelt dat een ‘gebaar’ (gesture) van het ene dier een respons oproept bij het andere dier, en als gevolg van over -en weer gebaren betekenis ontstaat.

Als response-model is het communicatieproces geen gesture-response proces, maar een sense-and-respond-proces tussen mensen. Mensen zijn sense-and-respond wezens. Het sense-and-respond-proces is een wederkerige circulaire interactie waarin constructie en betekenis van de werkelijkheid steeds plaatsvindt.

Figuur 2: Verschuiving van zender-ontvanger naar sense-and-respond

Het sense-and-respond-proces is in eerste instantie het doorlopend op elkaar afstemmen van gebaren, houdingen en ritmes. Mead veronderstelde dat het zenuwstelsel het mogelijk maakte dat een impliciete respons bij de gebaarder wordt opgeroepen, wanneer een expliciete respons wordt opgeroepen bij degene naar wie gebaard wordt. Zoals een bokser die zijn tegenstander opfokt zelf ook opgefokt raakt.

Wanneer dit proces een wederzijds effect heeft ontstaat resonantie. Resonantie is een aspect van hetzelfde proces waarin betekenis en kennis ontstaan uit het concert van wederzijdse gebaren en taal. Zoals gezegd, resonantie is de lijm dat individuen bindt en de groep een team maakt of zelfs een sociale beweging, omdat het mensen verbind op niveau van waarden en overtuigingen. Het sense-and-respond-proces is een response-evocatie-proces, er wordt niets gecodeerd, opgeslagen, gedeeld of verzonden.

Cohesie

Resonantie op groepsniveau kan niet worden herleid tot ‘inner states’ van een enkel individu. Hetzelfde geldt ook voor de overgang van resonantie naar vormen van sociale cohesie. Onder conditie van resonantie kunnen spontaan samenwerkingsvormen ontstaan die er eerst niet waren, zelfs of juist bij de afwezigheid van formeel leiderschap. Dit verschijnsel heet sociale emergentie. In het boek bespreek ik onder andere sociale bewegingen en  “emergente organisatie”.