Introductie
Social Anticipative Processes is een overkoepelend concept dat de theorie van het voorspellende brein — waar-onder predictive processing, active inference en het vrije-energieprincipe — toepast op meer dan alleen de werking van het brein. In dit artikel heb ik mij laten inspireren door een web-artikel van Daniel Wolfs.
Ik ontvang regelmatig interessante artikelen via de mail, onder andere over organisatieverandering, zoals “De stille motor achter echte verandering” (31-03-2025) van Daniel Wolfs. Ik ben altijd nieuwsgierig naar overeenkomsten en verschillen op het gebied van ‘veranderfilosofieën, tussen filosofieën van anderen en mijn gedachtenkronkels.
Daniel Wolfs, de auteur van “De Veranderfilosoof” (2025), stelt terecht dat rationele argumenten alleen niet genoeg zijn om blijvende verandering in organisaties te creëren. Ik ben het daar volledig mee eens. Hij wijst erop dat organisaties proberen veranderingen logisch en volgens een strak plan door te voeren, maar dat dit meestal niet werkt. Verandering moet je echt ervaren om het te laten beklijven; het is belangrijk dat mensen samen de verandering meemaken, zodat deze in het collectieve geheugen van de organisatie wordt verankerd. Kernwoorden in zijn betoog zijn qualia, waarneming, gevoel en ervaring. Deze begrippen zal ik ook gebruiken in mijn betoog. Mijn stelling is dat organisaties niet over het vermogen beschikken om te veranderen, maar altijd in toestand van verandering zijn. Sociale qualia spelen hierin een belangrijke rol. Sociale qualia ontstaan uit de verbinding tussen mensen en hoe mensen communiceren en gaan over hoe zij die verbinding en communicatie ervaren.
Qualia versus Exteroceptie en Interoceptie
De term ‘qualia’ betreft de subjectieve eigenschappen van waarnemingen zoals we die ervaren, zoals kleur en vorm. Dit zijn zichtbare eigenschappen, maar we kunnen niet zeker weten of anderen bijvoor-beeld een kleur op dezelfde manier zien. Daarnaast zijn er eigenschappen van interne waarnemingen van het lichaam, zoals hartslag en temperatuur, maar ook gevoelens van jeuk, honger, buikpijn en duizeligheid. Gecombineerde percepties kunnen leiden tot het ervaren van verrukking, lust, angst, liefde, verdriet, jaloezie en spijt. Stemmingen omvatten bijvoorbeeld het opgetogen zijn, depressief, kalm, verveeld, gespannen of zich ellendig voelen. Enfin, er zijn verschillende soorten qualia. Qualia zijn individuele gevallen van subjectieve, bewuste ervaringen die niet met anderen gedeeld kunnen worden. Dit gegeven is belangrijk voor co-creatie van betekenis, waar ik later op terugkom.
Exteroceptie en interoceptie zijn gerelateerd aan qualia. Het verband tussen exteroceptie, interoceptie en qualia ligt in de manier waarop we bewust ervaringen opdoen, ondergaan en interpreteren:
- Exteroceptie is het vermogen externe prikkels waar te nemen via de zintuigen, zoals zicht, gehoor, tast, geur en smaak. Dit helpt ons de buitenwereld te ervaren.
- Interoceptie is het vermogen interne lichaamstoestanden waar te nemen, zoals hartslag, ademhaling, honger en emoties. Dit speelt een cruciale rol in homeostase en zelfbewustzijn.
- Qualia zijn de subjectieve, bewuste ervaringen die voortkomen uit zowel exteroceptieve als interoceptieve waarnemingen. Bijvoorbeeld, het ‘rood-zijn’ van een appel of het gevoel van honger zijn qualia – ze beschrijven hoe een ervaring voelt vanuit een eerste-persoons-perspectief.
Verband:
- Exteroceptie en interoceptie leveren de ruwe sensorische data die de hersenen verwerken.
- Deze verwerking leidt tot bewuste gewaarwordingen, die we als qualia ervaren.
- Qualia zijn schijnbaar het eindproduct van hoe ons brein zowel externe als interne informatie interpreteert.
Met andere woorden: zonder exteroceptie en interoceptie zouden er geen qualia zijn, omdat er geen sensorische input is om subjectief te ervaren. Tegelijkertijd is qualia iets meer dan alleen ruwe sensorische input: Het omvat de bewuste beleving ervan. Omdat qualia eindproducten zijn van het brein, kunnen deze niet gedeeld worden. Dankzij verbindingsprocessen tussen mensen kan wel het gevoel ontstaan alsof er collectieve of sociale qualia zijn en het brein reageert er ook als zodanig op.
Sociale qualia ontstaan uit de verbinding tussen mensen en hoe mensen communiceren. Dit onderzoek ik aan de hand van het onderstaande diagram (figuur 1: framework social anticipative processes). Mensen bewegen met elkaar door afstemming op vier aspecten: sociale synchronisatie, sociale resonantie, sociaal-emotionele besmetting en het voorspellende lichaam. Volgens dit model zijn mensen doorlopend in beweging, en dus is de organisatie doorlopend in verandering.
Figuur 1: Social Anticipative Processes
Het voorspellende lichaam
Een relatief nieuwe theorie in de neurowetenschappen is predictive processing. Deze theorie stelt dat het brein modellen van de wereld maakt op basis van eerdere ervaringen om zo voorspellingen te doen (top-down). Deze voorspellingen worden vergeleken met de binnenkomende zintuiglijke informatie (bottom-up). Bij deze vergelijking kunnen voorspellingsfouten optreden, afhankelijk van de grootte, het belang en de ernst van zowel de voorspelling als de fout. Het brein past zich aan door te leren en het wereldmodel te wijzigen of door acties toe te passen in de actuele wereld.
Model van de wereld (wereldmodel) is een term die staat voor de verzameling representaties (schema’s) waarin het brein informatie zou organiseren. Echter, het brein slaat geen informatie op: Het opdoen van ervaringen veroorzaakt verbindingen tussen neuronen. Deze kluw verbindingen produceren opnieuw informatie (herinnering) wanneer deze circuits worden aangesproken. Deze herinnering is een emergent verschijnsel uit het samenspel van de neuronen: In geen van die neuronen is een bladzijde van een boek te vinden. Een schema is zodoende een metafoor voor de kluwen neurologische verbindingen, neurale correlaten, die herinneringen c.q. modellen en voorspellingen construeren op het moment dat ze worden geactiveerd.
De werking van het brein is volgens Karl Friston gebaseerd op het free energy-principle. Het vrije-energiebeginsel stelt dat biologische systemen, zoals het brein, proberen hun vrije energie te minimaliseren. Vrije energie in deze context is een maat voor de onzekerheid of voorspellingsfout over de wereld. Het is gerelateerd aan de entropie van het systeem, maar in een bredere zin gaat het om het verschil tussen voorspellingen van het brein en de feitelijke sensorische input die het ontvangt. Het brein rekent dus niet per se met externe signalen, maar met voorspellingsfouten. Dit principe geldt voor alle vormen van sociale verbinding, communicatie en besmetting.
Sociale verbindingsprocessen
In het framework van social anticipative processes is verbinding tussen mensen zowel neurologisch, biologisch, als psychisch en sociologisch. Zoals er niveaus zijn van verbinding, zijn er niveaus van qualia.
Sociale synchronisatie
Sociale synchronisatie is het afstemmen van houdingen, bewegingen, gebaren en tempo tussen mensen, wat een gevoel van verbinding creëert. Deze synchronisatie versterkt de kwaliteit van de verbinding tussen mensen, wat belangrijk is voor effectieve samenwerking. Het is een dynamisch proces dat afhangt van de aandacht en bereidheid van individuen. Synchronisatie kan zich op verschillende manieren uiten, zoals in non-verbaal gedrag en fysiologische reacties, zoals afstemming van hartslag en ademhaling. We weten nu dat mensen hun breinactiviteiten onbewust op elkaar afstemmen. Spiegelneuronen spelen hierbij een belangrijke rol, omdat ze helpen om de emotionele reacties van anderen te begrijpen en te anticiperen, wat helpt bij emotionele besmetting en een sterkere onderlinge band.
Het verband tussen qualia en sociale synchronisatie is hoe mensen wederzijds hun innerlijke ervaringen (qualia) kunnen beïnvloeden, versterken of delen door hun gedrag, emoties of fysieke acties op elkaar af te stemmen in een sociale context. Immers, mensen stemmen hun exteroceptieve en interoceptieve processen op elkaar af. Sociale synchronisatie bevordert empathie, gevoelde ervaringen en afgestemde percepties, wat de kwaliteit van iemands ervaring kan beïnvloeden. De kracht van sociale synchronisatie zit vaak in de intensiteit van de vermeende gemeenschappelijkheid van de ervaring en hoe dit de persoonlijke beleving van qualia voor elk individu kan vormen of versterken.
Sociale resonantie
Sociale resonantie gaat verder dan alleen synchronisatie. Het refereert aan de emotionele en cognitieve verbindingen die tussen mensen ontstaan op basis van gevoelde ervaringen, waarden en overtuigingen. Dit leidt tot resonerende ervaringen en sterkere sociale banden. Resonantie is vooral psychosociaal en kan variëren van zwakke naar sterke impact, afhankelijk van de mate van interactie en verbinding tussen individuen. Dit proces vindt niet enkel plaats in dyadische interacties, maar ook in grotere groepen, waar resonantie een noodzakelijke rol speelt in de motivatie en organisatie van groepen.
Sociale resonantie zorgt ervoor dat we de ervaringen van anderen kunnen “meevoelen,” wat de intensiteit of de aard van onze eigen qualia kan beïnvloeden. Wanneer we bijvoorbeeld in een groep zijn en groepsleden resoneren op dezelfde emoties of gedachten, dan kunnen persoonlijke ervaringen van die emoties worden versterkt door de sociale interactie. Dit verdiept onze subjectieve beleving van blijdschap, verdriet of andere emoties. Sociale resonantie versterkt dus het gevoel van collectiviteit van qualia in sociale situaties, waardoor deze ervaringen intenser worden in relatie tot anderen.
Emotionele besmetting
Emotionele besmetting is het proces waarbij mensen de emoties van anderen overnemen, dankzij spiegelneuronen. Dit gebeurt meestal zonder dat mensen zich ervan bewust zijn en kan leiden tot het ‘aansteken’ van emoties in een groep, zelfs als er geen bewuste afstemming of empathie is. Bijvoorbeeld, het lachen of huilen van anderen kan zich snel verspreiden.
Emotionele besmetting kan een reflexieve reactie op een gebeurtenis zijn: Er is meestal geen actieve intentie om de emoties van anderen te begrijpen en kunnen zelfs zonder begrip van de oorsprong van de emoties plaatsvinden. Voorbeeld, de verspreiding van verontwaardiging bij het zoveelste geval van grensoverschrijdend gedrag; Of, de verspreiding van angst naar anderen in de groep in een stressvolle situatie. Bij besmetting van groepen mensen wordt gesproken van sociaal emotionele besmetting.
Zogezegd, emotionele besmetting betekent dat we onbewust de emoties van anderen overnemen. Emotie van anderen kunnen onze eigen emotionele innerlijke ervaringen (qualia) versterken, veranderen of zelfs synchroniseren met de emoties van de mensen om ons heen.
Deze paragraaf besprak de processen waarmee mensen zich met elkaar verbinden. De volgende paragraaf bespreekt hoe die processen zich in hoofdlijnen voltrekken.
Communicatieprocessen
Sense-and-respond processen
Mensen communiceren door gebaren, taal en geluid. Ze nemen waar, interpreteren en reageren op elkaar, wat je kunt beschouwen als een ‘sense-and-respond’ proces. Dit concept, oorspronkelijk afkomstig uit de biologie, duidt erop dat levende wezens hun omgeving voortdurend scannen en zich aanpassen aan veranderingen. In interpersoonlijke communicatie is dit de circulaire reciproke interactie waarbij elke reactie voortbouwt op een eerdere waarneming.
G.H. Mead betoogde al vóór de ontdekking van spiegelneuronen dat vroegere mensen gebaren maakten die gelijkaardige reacties bij zowel de zender als de ontvanger opriepen. Zo ontstaat resonantie. Gedrag omvat hierbij zowel verbale als non-verbale communicatie, die constant wederzijds wordt beoordeeld door gesprekspartners. Predictive processing stelt dat ons brein continu voorspellingen doet op basis van eerdere ervaringen en de latente behoeften van onze sociale omgeving. Het is via deze voorspellingen dat mensen zich aanpassen en resonantie creëren in sociale interacties, waarbij ze hun emoties en gedrag afstemmen op anderen.
Anticipate-and-adjust processen
Vanuit een sociaal perspectief is het belangrijkste probleem dat het brein moet oplossen, het succesvol bewegen in een dynamische fysieke en sociale omgeving. Mensen moeten anticiperen op de gedachten, gevoelens en acties van anderen om succesvol met hen om te gaan. Bij het waarnemen van en interacteren met anderen, moet het brein omgaan met deze onzekerheden door gevolgtrekkingen te maken en passende gedragsreacties te genereren. De ‘anticipate-and-adjust’ processen zijn gericht op het reduceren van onzekerheid door het minimaliseren van voorspellingsfouten (vrije energie). Het brein anticipeert daarom voortdurend op gebeurtenissen. In sociale situaties vereisen veel van deze interacties dat mensen continu hun gedrag opnieuw evalueren, zich eventueel aanpassen aan de reacties van anderen of hun model van de wereld aanpassen.
Neurologisch gezien verlopen gesprekken veel sneller dan het brein aankan. Het brein lost dit op door voortdurend vóór en tijdens het gesprek woorden en zinnen te voorspellen. Dit is te meten, bijvoorbeeld met EEG-componenten. Deze componenten tonen aan wanneer context wel of niet past bij de voorspellingen die het brein doet tijdens gesprekken: De P300-component verschijnt bijvoorbeeld wanneer nieuwe informatie aan het geheugen wordt toegevoegd; De N400-component activeert bij afwijkingen, zoals woorden, beelden of kleuren die niet in de context passen, en de N450-component treedt op wanneer woorden niet rijmen waar dat wel verwacht wordt. Anticipate-and-adjust processen zijn sense-and-respond processen, maar binnen het kader van voorspelling en aanpassing.
Co-creatie van betekenis
Co-creatie van betekenis is het proces waarbij mensen gezamenlijk betekenis toekennen aan ervaringen, gebeurtenissen of ideeën. Dit kan zich voordoen in verschillende contexten, zoals gesprekken, kunst, sociale interacties, of zelfs in professionele en persoonlijke relaties. Co-creatie van betekenis is reciproke en dynamisch proces waarbij meerdere individuen met elkaar resoneren op waarden, overtuigingen, emoties en samen begrip ontwikkelen. Dat wil niet zeggen dat de individuele betekenis hetzelfde is als van een ander, de individuele beleving zal verschillen. Daarbij, individuele betekenis wordt niet in het brein opgeslagen, omdat co-creatie een proces tussen mensen is en niet binnen mensen.
Co-creatie van betekenis is een manier om (op grotere schaal) voorspellingsfouten te minimaliseren en daarmee bij meerdere individuen het gevoel van onzekerheid te verminderen. Betekeniscreatie leidt tot kennis tussen gesprekspartners die er eerst niet was, wat vervolgens kan leiden tot aanpassing van ieders model van de wereld. Co-creatie van betekenis is afhankelijk van eerder opgebouwde resonantie, en de kwaliteit van de beleving daarvan (qualia). Co-creatie van betekenis kan de innerlijke beleving van ervaring verscherpen, die verscherping kan weer effect hebben op iemands model van de wereld.
Het verband tussen co-creatie van betekenis en qualia ligt in hoe gezamenlijke betekenisgeving onze persoonlijke ervaringen (qualia) kan beïnvloeden en veranderen. Wanneer mensen samen betekenis creëren, bijvoorbeeld door te praten over een gebeurtenis, kunnen hun innerlijke ervaringen, zoals emoties of interne waarnemingen, worden beïnvloed door het gezamenlijke interpreteren van die ervaring. Co-creatie van betekenis versterkt vaak empathie, resonerende emoties en een vermeend collectieve beleving, wat de intensiteit en aard van de qualia van de betrokkenen kan veranderen. Kortom, onze qualia worden niet alleen gevormd door individuele ervaringen, maar ook door de vermeende gezamenlijke betekenis die we met anderen creëren.
Figuur 1 laat zien hoe ik de processen van verbinding en communicatie in groepen zie. Deze processen vinden plaats binnen groepen en organisaties, ongeacht hun structuur. Organisaties zijn geen dingen, maar patronen van mensen die zich met elkaar trachten te verbinden. Sociale resonantie is de lijm die de sociale verbanden bij elkaar houdt. Resonantie creëert een gevoel van verbinding en veiligheid, waarbij elke deelnemer zijn of haar eigen ervaring heeft, die niet altijd overeenkomt met de vermeende gezamenlijke ervaringen. Sociale resonantie is een groepseigenschap. Zo zijn ook sociale qualia niet eenvoudig terug te voeren op de ervaringen van individuele leden. Toch zijn resonantie en qualia niet de belangrijkste drijfveren achter sociale bewegingen, groepen of organisaties.
Sociale qualia als voorspellingsfout
Zoals gesteld, exteroceptie is het vermogen externe informatie waar te nemen zoals zicht, gehoor, tast, geur en smaak. Interoceptie is het vermogen interne informatie waar te nemen, zoals hartslag, honger en emoties. Wanneer we sociale qualia begrijpen als interoceptieve/exteroceptieve voorspellingsfouten, kunnen we het volgende proces als volgt verkennen:
Exteroceptieve voorspellingsfouten (sociale signalen van anderen)
In sociale interacties nemen we voortdurend handelingen waar van andere mensen, zoals gezichts-uitdrukkingen, lichaamstaal, stemmen en gedrag. Het brein heeft interne modellen van hoe mensen zich zouden moeten gedragen of hoe een sociale situatie zou moeten verlopen (in allerlei schema’s). Wanneer er een verschil is tussen wat we verwachten van de sociale situatie en wat we daadwerkelijk waarnemen, ontstaat er een sociale voorspellingsfout.
Voorbeeld:
Stel je voor dat je iemand ziet die normaal gesproken vriendelijk is, maar nu plotseling een gespannen gezichtsuitdrukking heeft. Je brein had verwacht dat deze persoon vriendelijk zou reageren, maar de werkelijke gezichtsuitdrukking komt niet overeen met die verwachting. Dit leidt tot een voor spellings-fout en veroorzaakt een subjectieve ervaring (sociale qualia) zoals verwarring, onzekerheid of zelfs bezorgdheid. De emotie die je voelt door deze mismatch is een sociaal geconditioneerde qualia.
Interoceptieve voorspellingsfouten (onze eigen interne reacties in sociale contexten)
Het brein voorspelt niet alleen hoe we andere mensen zullen waarnemen, maar ook hoe we zelf emotioneel en fysiek zullen reageren in sociale situaties. Bijvoorbeeld, wanneer we in een sociale situatie verkeren (zoals een gesprek of een feest), voorspelt ons brein hoe we ons lichamelijk en emotioneel zouden moeten voelen. Wanneer onze werkelijke ervaring niet overeenkomt met deze voorspellingen, ervaren we een interoceptieve voorspellingsfout.
Voorbeeld:
Stel je voor dat je verwacht je op je gemak te voelen in een sociale situatie, maar in werkelijkheid voel je je nerveus, onzeker of angstig. Dit zorgt voor een verschil tussen je verwachting en je echte ervaring, wat een interoceptieve voorspellingsfout veroorzaakt. De emotionele reactie die je hebt op deze mismatch is een vorm van sociale qualia, zoals de ervaring van ongemak of angst in een sociale situatie.
De dynamische interactie tussen interoceptie en exteroceptie:
In sociale situaties zijn we voortdurend bezig met de interactie tussen wat we van anderen verwachten (exteroceptieve signalen) en hoe we onszelf voelen (interoceptieve ervaringen). Dit creëert een cyclus van voortdurende voorspellingen en bijstellingen, waarbij we constant ons interne model van de sociale situatie aanpassen op basis van de werkelijke ervaringen die we hebben. Wanneer er een mismatch is tussen deze verwachtingen en de werkelijke ervaringen, ontstaan er sociale qualia.
Samengevat
Sociale qualia zijn de subjectieve ervaringen die ontstaan wanneer ons brein zijn verwachtingen afstemt op wat er werkelijk gebeurt in sociale situaties. Dit omvat zowel exteroceptieve voorspellingsfouten als interoceptieve voorspellingsfouten. Het ervaren van sociale qualia is dus het resultaat van hoe ons brein zijn voorspellingen en verwachtingen aanpast aan de werkelijkheid van sociale interacties, waarbij zowel externe signalen als interne reacties een rol spelen. Wanneer deze voorspellingen niet kloppen, ontstaat er een “fout,” die we ervaren als een subjectieve emotionele ervaring — de sociale qualia.
Sociale qualia en het Vrije Energieprincipe
Sociale qualia zijn de subjectieve ervaringen van het brein dat probeert zijn verwachtingen over sociale situaties af te stemmen op de werkelijke interacties. Wanneer het brein een verschil merkt tussen wat het verwacht en wat er echt gebeurt in sociale contexten – voorspellingsfouten – ontstaat er vrije energie. Het brein probeert deze vrije energie te verminderen door zijn voorspellingen aan te passen.
Sociale verwachtingen en verrassingen
In een sociale situatie maakt ons brein voortdurend voorspellingen over hoe anderen zich zullen gedragen, hoe we onszelf zullen voelen en welke reacties we zullen hebben. Wanneer er een verschil is tussen deze verwachtingen en de werkelijke sociale ervaring, ontstaat er een “vrije energie”-toestand — een gevoel van verrassing of onzekerheid, die we subjectief ervaren als sociale qualia.
Voorbeeld:
Stel je voor dat je verwacht dat een vriend enthousiast zal reageren op een uitnodiging voor een activiteit, maar in plaats daarvan reageert de vriend koel of afwijzend. Je brein had voorspeld dat de situatie een positieve interactie zou opleveren, maar de werkelijkheid blijkt anders te zijn. Het verschil tussen de verwachte en werkelijke ervaring creëert vrije energie, wat resulteert in subjectieve ervaringen (toestanden) zoals verwarring, verdriet of onzekerheid. Deze emotionele en fysiologische reacties zijn de sociale qualia die ontstaan als reactie op de mismatch.
Sociale feedback en gedragsaanpassing
Het brein past niet alleen zijn interne modellen aan, maar past ook ons gedrag aan op basis van de sociale interacties die we ervaren. Als we bijvoorbeeld merken dat een sociale situatie niet zoals verwacht verloopt (bijvoorbeeld we voelen ons buitengesloten of ongemakkelijk), kan ons brein ons gedrag aanpassen om de sociale situatie beter in overeenstemming te brengen met onze verwachtingen.
Voorbeeld:
In een groepsinteractie kan het brein voorspellen dat je geaccepteerd en gerespecteerd zult worden, maar als de werkelijke situatie een andere dynamiek vertoont (bijvoorbeeld je voelt je buitengesloten of ondergewaardeerd), ontstaat er een verschil tussen de verwachting en de werkelijke sociale ervaring. Dit verschil veroorzaakt een verhoogd niveau van vrije energie, wat zich manifesteert als sociale qualia (bijvoorbeeld gevoelens van onzekerheid of afwijzing). Het brein kan vervolgens proberen zijn gedrag aan te passen om de situatie te verbeteren, zoals door zich aan te passen aan groepsnormen of door het zoeken naar bevestiging van anderen.
Sociale interactie en emotionele aanpassing
In sociale situaties spelen emoties een grote rol in hoe we reageren en hoe we ons in bepaalde contexten voelen. Het brein voorspelt bijvoorbeeld dat we ons gelukkig of op ons gemak zullen voelen in een gezellige sociale omgeving, maar als de werkelijke situatie anders blijkt te zijn (bijvoorbeeld als we ons ongemakkelijk of angstig voelen), wordt er vrije energie gegenereerd. Deze emotionele ervaringen kunnen worden beschouwd als de sociale qualia die voortkomen uit de mismatch tussen verwachting en realiteit.
Voorbeeld:
Stel dat je naar een feest gaat en verwacht dat je je verbonden zult voelen met anderen, maar in werkelijkheid voel je je eenzaam. Het verschil tussen de voorspelling (je zou verbonden moeten voelen) en de werkelijke ervaring (je voelt je geïsoleerd) veroorzaakt een gevoel van sociale desoriëntatie en emotioneel ongemak. Dit wordt ervaren als sociale qualia.
Vrije energie als brandstof voor (sociale) verandering
Het brein probeert voortdurend de verrassingen of onzekerheid in sociale situaties te minimaliseren. Onzekerheid bestaat op verschillende niveaus zowel neurologisch, biologisch, psychisch als sociologisch. Wanneer er een verschil is tussen sociale verwachtingen en de werkelijke ervaring, kan het brein actief proberen deze vrije energie te verminderen door:
- Gedrag aan te passen: bijvoorbeeld door je houding of lichaamstaal te veranderen om beter in overeenstemming te komen met de sociale situatie.
- Interne voorspellingen bij te stellen: door het interne model van de sociale situatie te herzien, bijvoorbeeld door een situatie opnieuw te interpreteren of je eigen emoties te herstructureren om de situatie als minder bedreigend of ongemakkelijk te ervaren.
Deze aanpassingen worden dus door het brein ingezet om sociale interacties weer voorspelbaar en beheersbaar te maken. De subjectieve ervaring van deze aanpassingen, zoals gevoelens van opluchting, angst, onzekerheid, blijdschap of ongemak, vormt de sociale qualia.
Samengevat
Vanuit het perspectief van het free energy-principle zijn sociale qualia de subjectieve ervaringen van het brein dat zijn verwachtingen over sociale situaties probeert af te stemmen op wat er echt gebeurt. Het brein maakt voortdurend voorspellingen over hoe sociale interacties zullen verlopen en reageert als er een verschil is tussen die verwachtingen en de werkelijkheid. Dit verschil creëert vrije energie, wat leidt tot emoties, gedrag en lichamelijke reacties — de sociale qualia. Hiermee zijn sociale qualia gelijk aan interoceptieve voorspellingsfouten. Het brein probeert deze vrije energie te verminderen door zijn voorspellingen aan te passen en ons gedrag te veranderen, wat zorgt voor een dynamisch proces van wederzijds sociale aanpassing. Dit principe geldt voor alle verbindings- en communicatievormen en op alle niveaus. Vrije energie is de brandstof voor verandering.