Wild Cards, Weak Signals & Red Flags
“Long before its actual occurrence a crisis sends off a repeated and persistent trail of early warning signals” (Mitroff 1988). Crises worden vaak voorafgegaan door zwakke signalen en “red flags”. Zwakke signalen zijn vooraf moeilijk te herkennen, terwijl ‘Red flags’ duidelijke verwijzingen zijn naar ophanden zijnde crises. De Corona-crisis prikkelde mij om mijn onderzoek naar het ontstaan van zwakke signalen nieuw leven in te blazen. Wat zijn Wild Cards, Weak Signals & Red Flags ook al weer?
Wildcards
Wildcards, geïntroduceerd door Rockfellow (1994), zijn gebeurtenissen met lage kans van optreden maar met een hoge impact. Een gebeurtenis zoals 911 is een wildcard. Dergelijke plotselinge en unieke verrassingen leiden tot trendbreuk, crisis en chaos. Het niet hebben van een ‘wildcard managementsysteem’ vergroot de kans van verkeerde acties, te late acties of zelfs inactie. Ik laat de discussie of wildcards wel of niet te managen zijn voor een ander moment. Ik stel me zo voor dat een wildcard-managementsysteem of signal intelligence systeem bestaat uit een toepassing voor het continue scannen van de omgeving om zwakke signalen te vangen, te selecteren en te interpreteren: “long before its actual occurrence a crisis sends off a repeated and persistent trail of early warning signals” (Mitroff 1988: 18).
Weak Signals
Crises worden vaak voorafgegaan door zwakke signalen. Andersom, zwakke signalen zijn voorbodes van wat mogelijk kan gebeuren. Zwakke signalen zijn echter een uitdaging omdat dit soort signalen vaak achteraf worden herkend als afwijking van een patroon. Hoe frustrerend is het als er dingen gebeuren waarvan we achteraf moeten toegeven dat ze deels of zelf geheel voorkomen hadden kunnen worden.
Enerzijds lijkt in het huidige managementperspectief het idee te bestaan dat met zwakke signalen een wildcard te voorspellen is, tegelijkertijd is het inherent aan zwakke signalen dat deze te incomplete- en beperkte informatie bevatten om goede, tijdige voorspellingen te doen. Dit maakt het vervolgens lastig vooraf te bepalen hoe groot de impact van een te verwachte wildcard zal zijn en welke maatregelen getroffen moeten worden. Over de Corona-crisis wordt al genoeg gezegd.
Red flags
Een “Red Flag” is een metafoor van een signaal van gevaar of een probleem. De term “red flag” wordt in sociaal verband gebruikt, bijvoorbeeld tijdens het screenen van communicatie, en verwijst naar specifieke woorden, zinsneden, gebaren of houding die kunnen duiden op relevantie. Red flags zijn duidelijke verwijzingen naar meestal ongewenste of gevaarlijke situaties. Het zijn duidelijk géén zwakke signalen. Je kan bijna op een crisis wachten. Dit zijn de gevallen van “het dempen van de put als het kalf al verdronken is”.
Ik weet (nog) niet hoe en wanneer zwakke signalen verworden tot red flags en of deze verandering te meten is. Het resultaat is hetzelfde, met dien verstande dat een crisis ná een aantal red flags géén verrassing is, maar de impact daarvan wél. Een wildcard wordt medebepaald door de ernst, verschijningsvorm en detecteerbaarheid. Wildcards, of de gevolgen daarvan, zijn per definitie ernstig en plots. En de wijze waarop een wildcard zich laat gelden, de verschijningsvorm, is niet te voorspellen. Dat betekent dat men ter plekke moet improviseren, het zijn immers verrassingen. Zo zijn er gebeurtenissen en situaties die:
- Onvoorstelbaar zijn en niet mogelijk lijken
- Onvoorstelbaar en blijkbaar mogelijk zijn
- Denkbaar, mogelijk, maar (zeer) onwaarschijnlijk zijn
- Denkbaar, waarschijnlijk, maar niet te voorspellen zijn
- Wel verwacht werden, maar onvoorstelbare, onvoorziene of niet te voorspellen gevolgen hebben
- Wel verwacht werden, maar anders of helemaal niet plaatsvonden
Ik onderzoek hoe zwakke signalen ontstaan en hoe deze eerder of makkelijker te herkennen. In dit onderzoek is het zwakke signaal een metafoor. In een ander document stel ik dat zwakke signalen en red flags niet verzonden en niet ontvangen worden, noch is er een zender of ontvanger, en dat ook termen als ruis, scannen, filteren en selectie gebruikt worden om perceptie en interpretatie van de observeerder te verwoorden. Dus…
Een vraag dat mij bezighoudt (maar deels buiten het onderzoek valt) is: Hoe ver is BV Nederland met haar signal intelligence? Hoe het mogelijk is dat bij duidelijke signalen niet, te laat en/of onvoldoende wordt ingegrepen?